Over loden ernst en ondraaglijke anekdotiek
Ad Zuiderent debuteerde in 1968, als een soort Lucebert-light, ontwikkelde zich in de jaren zeventig en tachtig tot een anekdotische dichter en groot vakman, om ergens in de jaren tachtig en negentig en in het begin van deze eeuw langzaam maar zeker weg te sukkelen in een vriendelijk soort lyriekachtig iets, een ontwikkeling die met het verschijnen van Een heel nieuw orgel wordt bekroond. Toch heb ik een van zijn gedichten hoog in mijn persoonlijke canon staan, en wel dit. De bundels Geheugen voor landschap en Natuurlijk evenwicht vond ik, vroeger, heel mooi, daarin bereikte Zuiderent een synthese tussen anekdotiek en symbolisme, alsof Nijhoff tijdelijk was teruggekeerd op aarde en een Noord-Hollandse inslag had gekregen. (meer…)